Loading...
Optimum Group™

REDUCE, REUSE, RECYCLE

De drie strategieën van de EU

REDUCE, REUSE, RECYCLE

De drie strategieën van de EU

Na het drieluik over wat kan, wat mag en wat we willen, verschuiven we vanaf deze maand de aandacht naar de drie kernstrategieën binnen de Europese aanpak van verpakkingen: REDUCE, REUSE, RECYCLE. Deze volgorde is niet willekeurig. Ze weerspiegelt de prioriteit die de Europese Commissie stelt aan de aanpak van verpakkingsafval: eerst voorkomen, dan hergebruiken, en pas als laatste recyclen. En toch lijkt het debat grotendeels over die laatste te gaan.

REDUCE

minder is meer

De eerste strategie is ook de meest fundamentele: voorkóóm verpakkingen die je niet nodig hebt. In artikel 43 van de PPWR (2025/040) worden voor het eerst concrete reductiedoelstellingen gesteld aan lidstaten:

  • Tegen 2030 moet het totale volume verpakkingsafval per hoofd van de bevolking met 5% zijn verminderd;
  • In 2035 moet dat 10% zijn;
  • En in 2040 zelfs 15%.

Belangrijk om te beseffen: deze percentages gelden ten opzichte van 2018. En in de praktijk is het verpakkingsvolume sindsdien al flink gestegen. Dus in werkelijkheid zijn de reducties die nodig zijn om aan de norm te voldoen fors hoger dan de percentages doen vermoeden.

Maar reductie geldt niet alleen op macroniveau. Ook op het niveau van individuele verpakkingen (zie artikel 10) geldt: als het lichter kan, kleiner kan of zonder overbodige elementen kan, dan móet dat. De verordening noemt dit het principe van "minimale verpakking": geen extra lucht, geen dubbele dozen, geen onnodige wikkels. Elke gram telt.

En dat is niet vrijblijvend: in Bijlage V noemt de PPWR expliciet een aantal concrete verpakkingsvormen die als overbodig worden beschouwd en die vanaf 2030 simpelweg niet meer zijn toegestaan. Reduce is dus niet alleen het eerste uitgangspunt, het is ook een zeer stevig verankerd onderdeel van de verordening.

Het is simpele logica: minder materiaal = minder afval. Maar het raakt direct aan ontwerp, logistiek en marketing. En daarmee aan kosten, zichtbaarheid en gebruiksgemak. Missen we hier misschien een stiekem potentieel? Niet alleen ecologisch, maar ook financieel. Minder materiaal betekent immers ook vaak minder kosten. Niet alleen voor het materiaal zelf, maar ook in opslag, transport en handling – allemaal onderdelen waarin reductie zich direct vertaalt naar efficiëntie en besparing. En in een tijd waarin alles duurder wordt, zou dat toch een welkom aspect moeten zijn?

REUSE

de vergeten held

Herbruikbare verpakkingen zijn de **onmisbare tweede trap in de strategie. Wat je niet kunt vermijden, zou je idealiter telkens opnieuw moeten kunnen inzetten. Denk aan retourbekers, navulverpakkingen, statiegeldsystemen, herbruikbare bakjes, zakken, tassen enzovoort.

Elke verpakking die een tweede ronde meekan, bespaart effectief een volledige nieuwe verpakking. In zekere zin zou je het kunnen beschouwen als recycling in optima forma: het product blijft intact, het materiaal wordt niet opnieuw verwerkt, er is geen energieverslindend herfabricageproces. Pure winst dus.

En toch hoor je er relatief weinig over. Hergebruik vergt ketensamenwerking, inzamelsystemen, terugnames, schoonmaakcapaciteit – en dat maakt het complex. Maar ook: het levert zelden direct geld op. Er is geen verhandelbaar "recyclaat" zoals bij recycling. Hergebruik is waardebehoud, geen grondstofproductie. Wellicht is dat de reden dat het in de praktijk minder aandacht krijgt dan het verdient. En dat is zonde, want in sommige gevallen kan hergebruik een prachtig alternatief bieden.

RECYCLE

de zichtbare favoriet

De derde strategie – recycling – krijgt de meeste aandacht. Dat is begrijpelijk. Recyclaat is tastbaar, verhandelbaar en zichtbaar. Er is een volwassen infrastructuur, en de circulaire logica is makkelijk uit te leggen: afval wordt weer grondstof.

Maar in de Europese gedachtegang is recycling de láátste stap. Pas als de mogelijkheden tot reductie en hergebruik zijn uitgeput, is recyclen aan de beurt. Dat is geen diskwalificatie van recycling, maar een correctie op de dominantie ervan in het debat. Want in veel discussies lijkt recycling soms het enige waarover het nog gáát. Zelfs verpakkingsinnovaties worden beoordeeld op de recyclebaarheid ervan – terwijl de eerste twee strategieën integraal zijn overgeslagen.

Recycling ís belangrijk. Maar het is belangrijk om de juiste reden: omdat het afval opvangt dat we nog niet konden vermijden of hergebruiken. Niet omdat het ons vrijpleit van keuzes daarvoor.

Waarom deze volgorde ertoe doet

REDUCE, REUSE en RECYCLE vormen samen een hiërarchisch model: wat eerder in de keten ligt, verdient voorrang. Die logica is helder, maar wordt in de praktijk vaak omgedraaid. Omdat de laatste strategie het makkelijkst te verkopen is. Letterlijk.

En er is nog een andere reden om dit serieus te nemen. In Bijlage VII van de PPWR staat beschreven hoe producenten hun verpakkingen moeten beoordelen op naleving van de eisen, waaronder artikelen 5 tot en met 12.

Daaronder vallen óók de bepalingen over minimalisatie (artikel 10) en herbruikbaarheid (artikel 11). Dat roept een terechte vraag op: hoe kunnen we straks geloofwaardig verklaren dat we aan deze eisen voldoen, als we er in de praktijk nauwelijks werk van maken? Wat als handhaving daadwerkelijk serieus wordt ingericht? Zijn we dan in staat een inspectie te doorstaan die verder kijkt dan alleen het papier?

De inzet van deze strategieën is niet vrijblijvend. Ze worden formeel getoetst. En dat maakt het des te belangrijker om ze nu al serieus te nemen.

De komende drie maanden nemen we deze drie strategieën stuk voor stuk onder de loep. Want elk van hen verdient échte aandacht. Te beginnen volgende maand met: REDUCE.

Tot dan?